Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Een gomer nu is het tiende [deel] van [55]een efa. 55. Dit is een maat van droge waren, begrijpende zoveel als 432 hennen-eierschalen; zodat de gomer, naar sommiger gevoelen, meer dan dubbel zo groot was als de choenix, Openb.6:6 zijnde een maat koren, genoegzaam tot voedsel van een man op een dag. Zie Lev.5:11, en Lev.19:36; Deut.25:14, enz.